Wat is het verschil tussen pitfruit en steenfruit?
De fruitbomen die wij onderhouden kent twee families: pitfruit en steenfruit.
Onder pitfruit verstaan we appel en peer, steenfruit is kers, pruim en abrikoos.
Nu lijkt dat niet zo interessant, maar voor het onderhoud is het wel degelijk van belang.
Niet alleen heeft de boom een heel andere groeiwijze, de snoei is ook in een ander seizoen.
Dus als je denkt, het is een mooie zonnige winterdag en je snoeit al je bomen ineens, dan krijg je met het
steenfruit wel een probleem.
Voor fruitbomen kennen we twee snoeimomenten; winter- en zomersnoei.
Bij pitfruit wordt vormsnoei toegepast.
Vormsnoei van appel en peer kan het beste in de winter. De boom is in rust en er zijn dan weinig tot geen sapstromen.
Dikke takken verwijderen is dan ook geen probleem. Daarnaast hebben ziektekiemen minder kans vanwege de kou.
Tijdens deze snoei wordt de boom teruggebracht in de vorm die specifiek is voor de soort.
Je kijkt naar de diverse ‘etages’ (in vaktermen ‘het gestel’) en snoeit takken weg of je snoeit
ze korter. Ook verwijder je de dikke takken die elkaar in de weg zitten/schuren. Takken
die ‘licht en lucht’ uit de boom halen, wat de groei van het fruit belemmert of de groei van
schimmels bevordert moet er dan uit. Een goede ventilatie door de boomtakken is belangrijk.
‘Je moet een pet door de boom kunnen gooien’ is een bekend oud gezegde,
dat goed aangeeft hoe een goed gesnoeide boom er uit moet zien.
De winter (vorm)snoei kan intensief zijn voor een boom. Daarom is het goed om te kijken wat je per keer doet.
Als de boom te rigoureus gesnoeid wordt, kost dat in de lente veel energie voor het herstel ipv dat de
energie naar de bloei gaat. En daarmee het fruit!
De zomersnoei is minder intensief voor de boom en kan het beste rond 21 juni (langste dag) gebeuren.
Dat is het moment dat de fruitboom zich gaat richten op het weer langzaam in winterrust gaan.
Tijdens de zomersnoei wordt het waterlot weggehaald. Dit zijn de duidelijk herkenbare rechtopstaande
loten van het ‘huidige jaar’ (of het jaar daarvoor als er toen niet gesnoeid is). De waterloten van het
’huidige jaar’ kunnen ook nog makkelijk uitgebroken (omknakken) worden, later in het jaar zijn ze al
weer aan het verhouten en kan men weer beter snoeien.
Meerjaars oude waterloten worden zuigers genoemd en dat is precies wat ze doen. Ze zuigen de energie uit de boom, wat ten koste van de groei en het fruit gaat.
Verder knip je wat doorgeschoten takjes weg die buiten de vorm van de boom zitten.
Kijk ook eens naar de hoeveelheid fruit die aan de takken hangen. Als deze in de loop van de tijd gaan
groeien en rijp worden gaat de hoeveelheid fruit meer aan de takken en gesteltakken trekken, waardoor de
takken doorgaan buigen en mogelijk kunnen afbreken. Voorkom dit door nu al wat fruit eraf te halen. Dit
wordt ook wel ‘dunnen’ genoemd. Ook wordt het fruit daardoor groter, omdat nu de energie in het overgebleven fruit gestopt kan worden.
In de zomer is actie ook reactie: de boom zal reageren op ‘iedere snoeiknip.’ Dat laat je gewoon gaan en kan in de winter weer aangepakt worden.
Snoei van steenfruit (kers, pruim en abrikoos) wordt uitgevoerd bij zonnig en droog weer. Dat kan eind april/maand mei zijn of eind augustus begin september.
Snoei is aan te raden bij een lage luchtvochtigheid. Daardoor krijgen schimmels en ziektes een kleinere kans om de boom te infecteren.
Probeer niet meer dan 20% van de boom te snoeien.
Het is sommige gevallen beter om 1 grote tak te verwijderen, dan om veel verschillende kleinere takken te snoeien. Met 1 tak maak je maar 1 keer
een wond, terwijl veel takken meer wonden veroorzaakt, waardoor de kans op besmetting vergroot wordt.
Als een zieke boom wordt gesnoeid, ontsmet daarna meteen het snoeigereedschap om overbrengen van schimmels via het snoeimateriaal te voorkomen.
Hou ook rekening met verlies van fruit vanwege de snoei.